zondag, september 04, 2005

HIZKIA, EEN WANDELEND WONDER! EN TOCH…! (preek)

Een wandelend wonder - en dan zó ?

“In die tijd stuurde koning Merodach-Baladan…die had vernomen, dat Hizkia ziek was, gezanten met brieven en een geschenk naar hem toe. Hizkia…liet hun al zijn schatkamers zien…en ook zijn arsenaal…”
2 Kon. 20:12,13


Mensen zijn over het algemeen goed in het maken van goede voornemens.
“In het nieuwe jaar ga ik stoppen met roken”. “Vanaf mijn verjaardag drink ik alleen nog een glaasje in het weekend”. Goede voornemens, goed te máken. Maar uit te voeren? Je kunt er inderdaad een weg mee plaveien! De weg naar de hel misschien?
Goede voornemens, ze kunnen in alle oprechtheid in je leven. Maar “het is met zeggen niet te doen”, zeggen ze in Friesland (op zijn Fries uiteraard). Het is niet moeilijk, zoiets te zeggen of te denken. Maar het is wél moeilijk om te dóen. En nóg moeilijker, het vól te houden.
Dat ervoer Hizkia, de koning van Juda, ook.
----------
Jeruzalem is toneel van een belangrijke politieke gebeurtenis: een officieel staatsbezoek. Een hoge delegatie van Merodak-Baladan, de koning van het grote rijk van Babel, komt op bezoek. Dat gebeurde “in die tijd”, zegt de tekst. Nu staan de gebeurtenissen in 2 Koningen niet steeds in de goede chronologische volgorde. Maar het is duidelijk, dat de gebeurtenissen van 2 Kon. 20 : 12-21 plaats gevonden hebben ná die van vers 1-11.
In dat gedeelte gaat het over de ziekte van Hizkia. Een voortwoekerende kwaadaardige tumor was bezig, zijn dodelijk karwei te verrichten. In naam van God krijgt de koning via Jesaja de raad, zijn testament te maken. En dan vooral zijn opvolging te regelen.
De koning stuurt in een persoonlijk gesprek met God zijn “waarom” naar de hemel. Waarom dit en waarom nú? Meteen mag Jesaja, nog binnen het paleiscomplex, rechtsomkeert maken. Overmorgen zal de koning in de tempel God loven. 15 jaren worden aan zijn leven toegevoegd.   Een soort blessuretijd dus.Zó doet de HERE soms. Hij gebruikt daar een toen niet ongebruikelijke therapie voor, een plak gedroogde vijgen. Maar dat middel wordt gezegend. En óp het gebed komt dit wonder tot stand! Zoals de schaduw op de zonnewijzer teruggaat, zo verdwijnt voorlopig de schaduw van de dood in Hizkia’s leven! 15 jaar extra ontvangt hij!

Dát ging vooraf. Een schitterend verhaal! Een geweldige gebeurtenis. Een groot wonder, op het gebed. Het is geen wonder, dat de koning een loflied zingt. In Jes. 38 kunt u dat vinden. Moet u beslist eens lezen! “Hij die leeft –leeft! staat er achter, met een uitroepteken- zal u loven, zoals ik doe op deze dag. De HEER is mij te hulp gekomen. Laten wij op de snaren spelen in de tempel van de HEER, alle dagen van ons leven.”
Geen wonder, dat hij zo God looft. En Hem alle dagen van zijn verdere leven wil prijzen. Elke dag,
---------
Nu is voor ons allemaal elke dag een geschenk. Een cadeau uit Gods hand, om intens dankbaar voor te zijn. En denk eens aan die prachtige schepping. (hiernaast een foto van het meer van Gallilea)
Of wou u zeggen, dat u dat, en méér en béter verdiend heeft? We hebben allemáál veel redenen, God te loven, elke dag. Maar mensen als Hizkia wel helemáál. En zulke mensen zijn er, ook vandaag. Want wonderen gebeuren, ook in de 21e eeuw!Er zijn mensen, die ongedeerd uit een autowrak stapten. Een héél mens uit een auto die total loss was! Tijdens die vreselijke tsunami in Azië zijn mensen na vele dagen nog levend en gezond gevonden. En er gebeuren wonderen op het gebied van ziekte en genezing, zoals bij Hizkia.
Het komt voor, dat mensen ongeneeslijk ziek lijken. Dat geen enkel medicijn aanslaat. Dat verschillende levensbedreigende complicaties optreden. Dat de artsen je opgeven, het niet meer zien zitten. Maar dat mensen voor je bidden. En jij zelf ook, als je dat tenminste nog kunt. En, o wonder: dat je er dan toch dóór komt! Ik kan daar zelf van binnen uit over meepraten en van getuigen.

Wonderen, ze bestáán. Nóg, ook in de 21e eeuw. En dán? Met christenen? Wat is het geweldig, als God wonderen met of aan of voor je doet! Wel eens meegemaakt?
Want dat hoeven niet zulke bijzondere dingen te zijn, weet je. Soms worden wat andere mensen vaak “gewoon” vinden, echt wonderen voor je. Bijvoorbeeld, dat God zijn eigen Zoon gegeven heeft. En dat Hij zijn leven gegeven heeft. Om jou te redden nota bene. Jou! Wat een levensgroot wonder!
Nu, wat zie je dan de grootheid van God! En je eigen kleinheid. Wat ben je dán blij. En vooral dankbaar! Dan wil je ’t wel met een stem als een klok uit jubelen. De hele dag. Alle dagen van je leven. “Nu gaat het echte leven beginnen”, denk je dan. “Nu wil ik nooit meer vervallen in dat oude. In die oude zonden. Van nu af aan is alles nieuw. Is mijn hele leven voor God. Wis en waarachtig! Van nu af aan bén ik er, voor God en mijn medemensen.”
Mooi, hè? Om jaloers op te worden! Hizkia kon het ook zo mooi onder woorden brengen. Maar…--------
In die tijd kwam die delegatie van de koning uit Babel, met een gelukwens, brieven van de koning. En een koninklijk geschenk. Hizkia stráált! Geen wonder, dat hij, als koning van een eigenlijk klein landje, zich erg vereerd voelt. Die machtige koning van Babel komt hém feliciteren met zijn genezing!
Ja, maar er steekt een adder onder ’t gras! Pure belangstelling en medeleven, dát komt in de politiek niet voor. De koning van Babel gebruikt het herstel van Hizkia als aanleiding. Om namelijk zijn eigen voordeel te zoeken. Om Hizkia en Juda te gebruiken in zijn politieke plannen. Hij wil namelijk een coalitie smeden. Om dan samen in opstand te komen tegen Assur, DE grootmacht van die dagen.
Daarom is hij zeer geïnteresseerd in de schatten van Hizkia. En vooral ook in zijn arsenaal, zijn wapenvoorraad. Want die moeten bij een eventuele opstand worden ingezet, zie je. En Hizkia laat de delegatie uit Babel alles zien, wat hij heeft. Daarmee toont hij, dat hij een waardevolle coalitiepartner is.

Nu moet je ook bijbelse figuren niet zwarter maken dan ze zijn. Je kunt dus zeggen: de koning van Juda is gewoon naïef. Hij heeft dat politieke spel niet dóór. Daarom vertelt hij ook openlijk aan de profeet Jesaja, wat hij gedaan heeft. Hizkia naïef. Ja, en toch vrees ik, dat hij er zó niet af komt.
Want ook de schrijver van 2 Kronieken vertelt over Hizkia. En die vertelt van de rijkdom en roem, die hij vergaarde. Of beter, zo staat het er ook: zo schonk God hem een zeer groot vermogen. Alles, wat hij had, leven, gezondheid, macht, rijkdom – het kwam regelrecht uit Gods hand. Nu, dat wist de koning toch als geen ander? Hij had dat letterlijk aan den lijve ervaren.
En tóch staat er in 2 Kronieken ( als u het na wilt lezen: hoofdstuk 32, vers 25): “Jechizkia (die naam gebruikt 2 Kronieken) was echter zó hoogmoedig geworden dat hij zich niet dankbaar toonde voor de weldaad die hem bewezen was”. Hoogmoed, trots in het hart van het wandelende wonder! Hij die puur door genade van God nog leeft, is nu onafhankelijk. Hij heeft zoveel rijkdom en wapens! Dus zal hij samen met anderen zélf wel afrekenen met Assur!

Hij had zich voorgenomen, alle dagen van zijn leven God te loven. Hem groot te maken. Te róemen in God. Dat hij er nog wás met alles wat hij had, dankzij Gods grote goedheid. Ja, en nu het er op áánkomt… Nu hij de kans krijgt, die mensen uit Babel wat te laten horen en zien van God? Nu laat hij álles zien. Alles, behalve zijn geloof. Alles, behalve zijn God en diens grote macht en liefde!
Hoe is het mogelijk, zou je zeggen. Die Hizkia toch! Een wandelend wonder en dan zó weg zakken! Hij wilde alle dagen van die extra 15 jaren God loven en dienen. Maar wat gaat het radicaal mis! Er komen verleidingen. Hij zal er strijd tegen gevoerd hebben. Maar zijn benen kunnen de weelde niet dragen. Hij lijdt de nederlaag.
---------
Zo kan het gaan. Zo gaat het jammer genoeg ook vandaag vaak met wandelende wonderen. Ook dát weet ik helaas van binnen uit. Hoe het mogelijk is, dat je naar de diepte zakt? Nu, op de hoogte van de berg is de lucht ijl, zie je. Het ademhalen gaat daar moeilijker. En dacht je, dat we ongemoeid gelaten werden? We hebben een vijand, hoor!
Dat is Satan, de grote vijand van God en van alles wat van Hem is En allen die van Hem zijn. Het is hem slecht naar de zin, dat goede getuigenis, dat fijne voornemen. Hij wil je bij God vandáán hebben. Daarvoor gebruikt hij de wereld. Het leven, dat je beleeft. En hij gebruikt jouw zwakke punten. Dat genadecadeau van God wordt al gauw gewoon. En je zit weer weldra in dezelfde sfeer van werken enzovoort, net als vroeger.
Of het valt na een poosje eigenlijk smerig tegen. Je bent dan wel gespaard. Maar je gezondheid heeft erg geleden. Je bent voor je leven invalide. Je kunt zo weinig. De kwaliteit van het leven, dat je terug gekregen hebt, is toch wel láág. En daar heb je dagelijks me te maken. En op den duur kun je er niet meer zo goed tegen. Je weet: ik mag niet mopperen. Ik mag dankbaar zijn. Maar je brengt het eenvoudig niet meer op.
Wij zijn zwak. We gaan zo vaak ten onder in die dagelijkse strijd… De vijand is sterk. En wij zijn mensen, klein en zwak. In onszélf tenminste. Als we God wat uit het oog verliezen. En dat dóen we. Dat doen we zo gauw en zo vaak!
------------
Hizkia kwam bedrogen uit. Dat moest Jesaja hem vertellen. De koning vestigde zijn hoop op Babel. Aan de gezanten uit dat land toonde hij zijn schatten. Maar die schatten zouden allemaal naar dat land worden weggevoerd. En de nakomelingen van Hizkia ook. Dat zal later gebeuren. De HERE is genadig. In Hizkia’s tijd zal het nog vrede zijn en zal er voorspoed heersen.
Hizkia weet dat. En hij vertrouwt daarop. “Het is góed, wat u namens de HEER tegen mij gezegd hebt”, luidt zijn antwoord. En er staat bij, dat hij bij zichzelf dacht: “dat betekent, dat er zolang ik leef, rust en vrede zal heersen”. Je kunt kritiek hebben en dat fatalistisch en egoïstisch noemen. En daar zit wel wat in. Hizkia blijft mens. En dus menselijk en klein en zwak.
---------
Daar hebben we mee te maken, helaas. Ook in ons eigen leven. Het is goed, maar niet hoogmoedig op anderen neer te kijken. Maar je eigen kleinheid en zwakheid te blijven zien…
Maar daar moeten we het niet bij láten. Dan gaan die zwakheid en kleinheid als excuus gelden. Zeg maar in gewoon Nederlands: dan worden dat goedkope smoesjes. Nee, we moeten actie ondernemen. Hizkia kreeg een profeet op bezoek. Daar hoeven wij niet op te rekenen. Hebben we ook niet nodig. Want we hebben alle profeten, heel Gods woord bij ons. Ja, God woont in ons door zijn Geest.
Gelukkig! Want het gaat er om, contact te onderouden met God. Te luisteren naar Hem. En eerlijk te belijden, hoe moeilijk het is, dankbaarheid te blijven tonen. En vooral ook die lagere kwaliteit van je leven te accepteren. Daarmee te leven. Te leven voor je naasten, voor God. Hij wil erbij zijn. Je helpen dat toch waar te maken. Met horten en stoten, met vallen en opstaan. Maar tóch.
Want we mogen zien op Jezus, onze Heer. Hij leed en streed óók. Het diepste lijden, de zwaarste strijd. En Hij overwon. Dáár ligt onze krachtbron.
We kunnen de lat soms erg hóóg leggen. En grote beloften uitspreken of stilletjes erg goede voornemens maken. Dat is niet verkeerd. God wil immers, dat heel ons leven aan Hem en de naaste gewijd is? Er is niets mis mee, dat óók te willen. Maar grote beloften brengen hoge verwachtingen met zich mee. Bij jezelf en bij anderen, die van je beloften weten. Nu, dan mogen en moeten wij veel verwachten van God. En blijven verwachten van Hem.
Onze handen moeten léég blijven. En we moeten ze blijven ophouden. Opheffen naar God. Dan kan Hij ze telkens weer vullen. Met nieuwe moed en kracht voor dit leven, dat ons soms wel erg zwaar kan vallen. Want alles wat God graag van ons wil, dat gééft Hij ook graag aan ons, zie je.

Amen.
------------------------------

Suggestie voor de dienst der gebeden:
- Om de leiding van Gods Geest in het bidden; zodat we van het gebed veel verwachten, zelfs (grote en kleine) wonderen. En dat we trouw zijn in het contact onderhouden door bijbel lezen en gebed
- Denken aan (vooral ook aan christen-) politici; omdat het moeilijk is in die wereld integer te zijn en blijven
- Om in te zien, dat er alle reden is voor geloften en toewijding aan God
- Te erkennen, dat de vijand sterk, ons te sterk af is
- Onze neiging tot trots en onafhankelijkheid belijden en vragen, klein en afhankelijk te blijven
-----------------------------

Voorstel liturgie:
Eventueel vooraf: Gez. 20 : 1,2
Na votum en groet: Gez. 20 : (1,2,) 7

(ochtenddienst
Gods wil: Matth. 19 : 16-30
Gez. 48 : 6 )

Schriftlezing: 2 Kon. 20 : 1-11
Ps. 116 : 2,3,4,8
Schriftlezing: 2 Kon. 20 : 12-19
Ps. 62 : 6,7
Preek
Gez. 326 : 5
Slot: Gez. 442 : 1,2

(januari 2005)

Geen opmerkingen: