maandag, mei 07, 2007

MOEDERDAG! OMDAT ZE HET WAARD IS! (meditatie)



WÁT EEN MOEDER!

…totdat…Debora…Israël tot leidsvrouw werd.” Rechters 5:7

Moederdag!
Al wékenlang prominent in allerlei reclamefolders.
Goed voor bloemenhandelaren en kadoshops! Maar toch óók en allereerst: goed voor moeders! Omdat ze het waard zijn. Akkoord!

Maar... denken we deze dagen óók wel eens aan niet-moeders?
Aan vrouwen, die niet meer moeder zijn? Aan die vrouwen, die het nooit zullen worden? Aan allen, die daar pijn om hebben? Die advertenties en folders kunnen ook zéér doen! Denk je daar wel eens aan?

Ik moest eens even denken aan Debora. Van haar lezen we in de “oude” vertaling dat ze “opstond als een moeder in Israël”. Een moeder in Israël, dat zal wel inhouden, dat ze aan dat volk leiding gaf. Leiding ook in de strijd. Om een einde te maken aan de superdosis aan bloedig geweld in die tijd. Geweld, waar Israël onder te lijden had.



Leiding geven,
dat was Debora’s táák ook. Want deze “bij” (dat betekent haar naam) was een bézige bij. Ze wás getrouwd. Haar man wordt met name genoemd: Lappidot heette hij. Gehuwd wás ze dus. Maar van kinderen lezen we niet.


Maar móeder was ze wél. Dat was duidelijk een erenaam. Een naam, die ze verdíend had.

Want ze had een dagtaak. In een hoge, de hoogste functie toen: ze was rechter over het volk.
Een richter of rechter moest namens God rechten, rechtzetten. Verhoudingen rechtzetten. Intern, onder volksgenoten. En scheve verhoudingen met en foute daden van omringende volkeren.

Dat betekende in dit geval, dat aan de wandaden van Jabin een einde gemaakt moest worden. Dus: de strijd moest aangegaan worden met diens opperbevelhebber Sisera.
Dat is haar táák. En dus gáát ze mee met Barak, de veldslag in.

Dan dénk je misschien: wat een mánwijf! Ze wordt opperbevelhebber van het léger ook nog!

Maar u en jij
moeten dit hoofdstuk beslist eens lezen.

Dan ontdek je wat ánders. Namelijk, dat Debora geen Kenau was. Maar juist heel moederlijk. Heel afhankelijk en klein. Dat de HEER álle eer krijgt. En allen, die meegedaan hebben. Met in de hoofdrol een ándere vrouw, Jaël. Maar alleen Gód streed.

Ik vind, dat het verhaal en het lied van Debora tróóst kan bieden. Oók aan vrouwen, die géén moeder zijn en worden. Namelijk, dat je ook dán heel veel kunt betekenen voor anderen. Zelfs voor een heel volk. En voor de kerkelijke gemeente, waartoe je behoort. Maar ook "gewoon" voor de mensen om je heen

Troost voor vrouwen, die op moederdag niet verwend worden door kinderen. Want God wil u en jou gebruiken. Je vrouwelijke gaven gebruiken. Als een instrumentje in zijn machtige handen!

En dan verwent HIJ u! Oók door een stukje waardering van hen, die jij dient.

Dus: moederdag, o.k.! Omdat ze het wáárd is!
Bidden/zingen (melodie Gez. 66)

Mijn ziel maakt groot de Heer,
mijn geest verheugt zich zeer.
Want God heeft mij, geringe,
die hem als dienstmaagd dien,
goedgunstig aangezien
en deed nij grote dingen.
Van nu aan, om wat Hij,
de Sterke, deed aan mij,
zullen mij zalig prijzen
alle geslachten saam .
Want heilig is zijn Naam,
Hij zal zijn trouw bewijzen!
Zijn arm verstoot met kracht
de groten uit hun macht,
de vorsten van hun tronen.
Maar Hij maakt kleinen groot
en zal met overvloed
de hongerigen lonen.

style="font-size:78%;">
(Muus Jacobse uit "Het oneindige verlangen")

Geen opmerkingen: