zondag, november 27, 2005

AT YOUR SERVICE! (meditatie voor Advent)


D I E N E N !

...Hier ben ik...Uw wil te doen, mijn God, verlang ik.”
Psalmen 40 : 8,9

Kinderen
zijn nog wel eens ongehoorzaam. Ze zeggen bepaald niet elke keer als ze geroepen worden: “Hier ben ik, mama.” Valt ook niet méé, als je net zo lekker aan het spelen bent buiten. Kinderen doen lang niet altijd wat hun ouders graag willen.
Dat is kinderen eigen, zeggen we. Dat hóórt er ook een beetje bij, bij kinderen. Ja, zo kun je ’t inderdaad wel zeggen. Wat niet betekent, dat je als ouders dat zonder meer moet accepteren. De opvoeding zal er toch op gericht moeten zijn, je kinderen léren te gehoorzamen.

Trouwens,
die ongehoorzaamheid is niet een kwaal, die alleen kinderen hebben. Een kinderziekte, net als mazelen. Nee, we hebben deze ziekte constant ‘onder de leden”, of beter gezegd: we lijden er voortdurend aan. Zonder er overigens erg ónder te lijden. Want ik moet toch mijn eigen leven leiden? Wat heeft een ander daarmee te maken? Velen hanteren het motto: ik doe wat ik wil en wat ik lekker vind. Ik moet tot mijn recht en aan mijn rechten komen. En ánderen, mijn medemensen? Die komen daarna aan de beurt!

Want zeggen
“At your service”, “tot uw dienst”, dát is zo moeilijk niet. Maar om het wáár te maken,! Om anderen wérkelijk te dienen! Vooral als je macht en invloed hebt! Dat is koek van een totaal ander deeg. Dat is iets, wat ons bepááld niet ligt. Dan moet je tegen de stroom van de mode in roeien. Dan moet je lijnrecht tegen jezelf in gaan zelfs!


David,
die lang geleden een heleboel mooie liederen gedicht heeft, zegt in dit lied, Psalm 40: ik wil wél gehoorzaam zijn. Toen de HEER, zijn God, hem riep om koning te worden, zei hij: “Hier ben ik”. Hij was bereid, koning te zijn. Maar dan op de goede manier.

Er wás toen een koning, Saul. Die was góed begonnen. Maar later ging hij tegen God in. En leidde hij het volk op de verkeerde manier. Zo wilde David het niet doen. Hij had een vurig verlangen in zijn hart. Het verlangen, om God te dienen. Om zijn wil te doen. En zo het volk te dienen. En het vóór te gaan op de goede weg. “Hier ben ik. Gehoorzaam wil ik koning zijn, zoals U vraagt. En ik verlang ernaar, uw wil te doen, mijn God!

En hij wás ook
een totaal andere koning dan Saul. Dat was het gevolg van twee heilzame operaties, die hij ondergaan had. De Psalm noemt een operatie aan zijn oren. “U hebt mijn oren voor U geopend”. David was door die operatie één en al oor, hórend oor, geworden voor God en wat Hij te zeggen had.

En hij wilde ook nog zielsgraag dóen wat God zei. En dat kwam door de tweede, eigenlijk eerste, eigenlijk de operatie: die aan zijn hart. Dat levensbeginsel, de zetel van de gevoelens en de wil, was dienstbaar gemaakt. Bereid om God en mensen te dienen.

Nou kwam dat er helaas beslist niet altijd uit. Je hoeft maar het levensverhaal van David (dat je in de bijbel kunt vinden) te lezen. Het willen was er wél, het doen lang niet altijd.


Dat was
bij de Zoon van David, Jezus, wél het geval. En dat was al te zien bij zijn geboorte. In de manier waarop dat gebeurde. Dat gebeurde namelijk “zoals afgesproken”, om de woorden van een bepaald STER-spotje te gebruiken. Jezus werd geboren, zoals Hij de Vader had beloofd. Vandaar die nederige geboorte. Zo was het afgesproken met de Vader. Want: zo moest het, zie je. Zo moest het, om mensen te kunnen redden uit de ellende.

En dat was nog maar het begin…
Jezus heeft in alle opzichten, heel zijn leven lang, van de eerste seconde tot en met de laatste snik, altijd en overal, Gods wil gedaan. Zijn levensmotto was: “Hier ben ik”. Of “Tot uw dienst”. En Hij was er, om God te dienen, en om mensen te dienen. Hij diende, tot in het kleinste detail.


Het is Adventstijd,
nu ik dit schrijf. En Advent, de vier weken voorafgaande aan het Kerstfeest, is: denken aan en danken voor Jezus. Jezus, onze Heiland! Hij kwam op de aarde.
Hij kwam, om onze ongehoorzaamheid weg te dragen. Zodat die er in Gods ogen gewoonweg niet meer is.

De Geest van God wil dat werk van Jezus mij toerekenen. En u en jou trouwens ook. Kwestie van vrágen…

Hij wil nog méér doen:
operaties uitvoeren aan mijn hart en oren. Zodat ook ik bereid ben, te gehoorzamen. Bereid tot dienst. En zodat ik daarvan ook zoveel mogelijk van in praktijk breng. Zoveel als mogelijk is door het geloof. Hoe vaster ik op God vertrouw, hoe meer ik van Jezus verwacht, des te meer ga ik dienen.

Dat is dus niet een zaak van telkens weer goede voornemens. Nee, daar zal echt de Chirurg aan te pas moeten komen. Die maakt mij één en al (open) oor!
(nov. '05)
Zingen/bidden: Gez. 118
-----
Gedicht van Inge Lievaart:
-----
Hier bén ik, Heer
Hier ben ik,Heer, hier zijn mijn oren,
geopend om U te verstaan,
verlangende om te vernemen
waar U mij zegt te gaan.
Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn handen,
geopend opdat U ze vult;
ze zijn voor U om te gebruiken'
waar U ze hebben wilt.
Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn ogen,
geopend en door U ontblind,
om in uw licht de weg te zoeken
waar ik de naaste vind.
Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn lippen.
geopend, want een lied begint;
het is voor U dat ze bewegen,
dat ik van liefde zing.
Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn voeten,
gekomen ver bij U vandaan;
hier ben ik, Heer, U hebt geroepen,
zeg mij waarheen, en ik zal gáán.

Geen opmerkingen: