dinsdag, november 30, 2010

Kom er in, vreugde! Scheer je weg, verdriet! (Adventspreek)


KOM BINNEN, VREUGDE! WÉG, VERDRIET! (preek, Advent)
Gejuich en vreugde trekken de stad binnen,
gejammer en verdriet vluchten eruit weg.” Jesaja 35:10
-----------

Voorstel orde van dienst:

(Eventueel) Intochtslied: Zingende Gezegend 202 in wisselzang:Vs. 1 allen, 2 vrouwen, 3 mannen, 4 allen, 5 vrouwen, 6 mannen, 7 allen.
Na wijdingswoord en groet van God: Psalm92:2 en 3
{{(In ochtenddienst: Als verootmoediging lezen Daniël 9:9,10 en zingen Zingende Gezegend 218:2
Gods wil: Romeinen 12:9-21 en zingen Zingende Gezegend 218:4)}]
Gebed om de leiding van Gods Geest
We lezen en zingen Jesaja 35, aldus: zingen Zing.Gezeg. 23:1, lezen Jesaja 35:5-8, zingen Zing,Gezeg, 23:4
Preek over Jesaja 35: 10
Zingen Psalm 118:5,7
Gebeden
Kollekten
Gezang 114:1 en 3
{}(in tweede dienst: Aposolische Geloofsbelijdenis (eenvoudig):

"Wij geloven in de Here God, onze Vader, die alles gemaakt heeft: de wolken, de bloemen, de dieren en de mensen. Zó machtig is Hij! Wij geloven in Jezus Christus, de Zoon van God, die geboren werd in de stal van Bethlehem, die gestorven is aan het kruis en daarna begraven is. Maar na drie dagen is Hij weer opgestaan uit de dood. Wij geloven, dat de Here Jezus naar de hemel is gegaan. En dat Hij terug komt op aarde, om alles nieuw te maken. Wij geloven in de Heilige Geest, die gekomen is op het pinksterfeest en die wonen wil in ons hart. Wij geloven dat we in de kerk bij Christus horen: aks kinderen in het gezin van onze hemelse Vader, waar we allemaal thuis horen. Wij geloven dat onze Heer onze zonden vergeven wil, dat wij straks een nieuw lichaam krijgen en dat we altijd bij de Here Jezus mogen zijn." ){}

Gezang 114:3 Zegen

----------------------
Nederlanders zijn de gelukkigste mensen van de wereld. Dat is het resultaat van een onderzoek, zo was er onlangs in de krant te lezen. Het zal wel wáár zijn. In elk geval, dat mensen dat zéggen. Maar dat zou dan ook te zien moeten zijn aan de mensen. Die zouden echt wel wat blijer mogen kijken! En verbeeld ik het me, of is het wáár, dat veel mensen er nou niet bepaald blij uitzien?

Trouwens, wat is dat geluksgevoel waard, als wij Nederlanders mopperen op van alles en nog wat. Op het weer bijv. Wat was dat nou voor zomer, zo nat en koud! En wanneer krijgen we weer eens een echte winter! Mopperen op de regering, die alles verkeerd doet en jou, juist jou, altijd wil “pakken”. Op de hulpverleners, ambulance, brandweer, die altijd te laat zijn. Op de politie, die jou altijd ten onrechte wil bekeuren. Enzovoort enzovoort. Tot en met de dominee en de wijkouderling toe, die zich nooit laten zien.

En als geluk gemeten wordt alleen naar hoe je je voelt, dan is dat geluk geen ‘blijvertje”. Dan is het “Jantje lacht, Jantje huilt”. Ja, wat is het ware geluk? Wat geeft echte, blijvende vreugde? Is er iets of iemand, dat of die daar voor zorgt? Waar is dat hier op aarde te vinden? Is hier 100%, pure, onvermengde blijdschap, blijvende vreugde? Is er geluk, dat niet puur door de omstandigheden bepaald wordt. Maar dat blijft dwars door alles heen?


Hoogste tijd om naar de bijbel te gaan. De profeet (dat is iemand, die namens God spreekt) Jesaja heeft het over een stad, waarin dat realiteit zal zijn. In hoofdstuk 35 van zijn prachtige boek. En hoofdstuk 35 komt na hoofdstuk 34. Overbodige opmerking, zeg je? Op zichzelf wél, ja. Maar het is wél een flinke stap wat de inhoud betreft. In 34 gaat het over oordeel. Oordeel over Edom, het volk waar Israël wel eens tegenover stond. Maar dat zijn broedervolk was. Het waren namelijk nakomelingen van Ezau, de broer van Jakob of Israël. Die worden in Jesaja 34 veroordeeld. Het finale oordeel, de ultieme straf wordt aangekondigd. En in Edom treft eigenlijk alle heidense volkeren dat oordeel, als het zal komen.

Maar dan Jesaja 35. Daar staat boven: “bevrijding en terugkeer”. En dat betreft het volk Israël. De verlossing daagt. Het volk wordt bevrijd uit de ballingschap en mag terugkeren naar eigen land. Maar we zullen zien, dat daar ook geweldige dingen worden toegezegd aan ieder, die gelooft.

Een grote verandering wordt aangekondigd. En deze verandering is in alle opzichten een verbetering. De profeet zet tegenover de woestijn, de wildernis: de luister van de Libanon. Dat gebied was zeker in die tijd een prachtig gebied: veel groen en water, geweldige bomen. Ja, nóg groter is de tegenstelling. Want een grotere tegenstelling dan die tussen woestijn en paradijs, kun jij die opnoemen? Nou, zo’n verandering zal Israël meemaken: onderdrukking, ballingschap, ellende wordt vrijheid, nieuw bestaan, geluk in eigen land!

God komt. En niet met oordeel, maar met genade. Hij komt, als heelmeester, genezend. Hij komt als schepper, laat het leven ontluiken, opbloeien. Ja, de woestijn bloeit op. Komt tot ontplooiing, zoals een knop zich ontvouwt tot een schitterende roos.
En het gaat nog verder, nog dieper, nog groter.

Kijk, u weet het, ervaart het dag in dag uit: we hebben het paradijs verloren. Wij mensen, u, jij, ik, we zijn het kwijt, voorgoed. We zijn er uitgezet, uitgejaagd. We hebben ons er uit gezondigd. Dat is te merken. Dat ervaren we elke dag. Overal,wáár we ook zijn, en waar we ook kijken. Het paradijs is er niet meer.

Niet meer in de natuur eigenlijk. Die is verminkt, defect gemaakt. Diersoorten zijn bijna of helemaal uitgeroeid, bossen worden in rap tempo gekapt. En van het samenleven op aarde kunnen we ook geen pretje meer maken. Het is meer een soepje, een zootje geworden. En het lukt ons maar niet, de wonden te genezen. En ikzelf? En u? En ervaar jij het leven als een paradijselijk iets? Ja, soms, even,als je vreselijk verliefd bent. Als je een kind in je armen houdt. Als er voor het eerst een kind van jouw kind is, dat jou “oma” noemt.

Maar ’t verdampt allemaal zo snel, dat mooie, dat geluk hier. En ervoor in de plaats komen moeite en leed, om met Mozes in Psalmen 90 te spreken. Onze reis door het leven is eigenlijk, op de keper beschouwd, geen spelevaren. God heeft ons geen kalme reis beloofd, wél een behouden aankomst. Maar geen kalme reis. Dat merkt u toch ook? En het kan in je leven soms behoorlijk spoken! Metershoge golven! Als je dan niet wist van Gods beloften…. Als je dan Gods armen niet om je heen wist –al voel je die lang niet altijd, ze zijn er wel. Maar een paradijs hier, nou nee, niet echt! Nee, een barre woestijntocht, zo is het leven vaak.

Maar God wil het paradijs terug, weet je. Hij ziet ons graag gelukkig. Daarom slaan gejammer en verdriet op de vlucht. Ze kiezen het hazenpad, als de HEER dat wil. Als God zijn volk terugbrengt naar hun land, naar hun stad Jeruzalem, dan vluchten de krakers. Ze weten: wij zijn hier illegaal. Nou helpen geen barricades. Nu wordt het rennen voor je leven. En daar gaan ze, die jammer en dat verdriet, hals over kop!

Want daar komt God, aan het hoofd van zijn volk, de wettige bewoners. Ze waren weggevoerd om de zonde, de donkere ballingschap in. Daar verbleven ze machteloos, zonder perspectief, machteloos. Trillende handen, knikkende knieën. Hopeloos! Hoopjes ellende, in één woord gezegd. Zo was het. Maar nu? God heeft zijn belofte waar gemaakt. En kijk, nu bestaat het volk uit mensen, die stuk voor stuk “een heel andere mens” geworden zijn. Nu hebben ze weer moed en kracht. Kijk, daar is Jeruzalem!

En zie ze de stad binnen trekken! Niks geen gejammer! Geen traantje te bekennen. Nou ja, vreugdetranen, die wel. Gejammer en verdriet heeft God weg gebonjourd. En binnen de muren vestigen zich nu gejuich en vreugde. Vreugde, daar zijn zelfs kronen van gevlochten. En daar zijn ze mee getooid. Ze juichen, ze dansen en springen. Hoor ze zingen! Hoor ik psalm 150? “Halleluja, loof de HEER!” Blije mensen zijn ze. En blijven ze, want gejammer en verdriet wonen er immers niet! Gejuich en vreugde, die zijn er thuis! “Kom maar”, heeft God gezegd. “Hier mogen jullie binnen. Hier mag je wonen!

Dat is de belofte voor de toekomst. Dat was Israëls Adventstijding. En wij?

Ben jij een blij mens? Dat kan. Met Pinksteren is Jeruzalem groter geworden. Wereldwijd zelfs. Overal, waar Jezus, de Heiland erkend wordt, daar is een oord vol gejuich en vreugde. Mensen, die met Jezus leven, zijn in principe blije mensen. Want Jezus is immers de grote overwinnaar? Gejammer en verdriet zijn op de vlucht geslagen. Ze hebben geen recht meer om te wonen bij Gods volk. Dus ja, als ik geloof dan ben ik in principe een blij mens. Met de mond vol met lofzangen. Lof voor God, onze Vader. En voor Jezus onze Heiland. “Halleluja, lof zij het Lam!”

Dus nogmaals die vraag. Stel die aan jezelf. Ben ik een blij mens? Als ik in de spiegel kijk, wat zie ik dan? Een brok chagrijn of een hoofd met een kroon van vreugde? Ben ik onder de indruk van die oude kop met rimpels? Of van wat de Heer door zijn geest aan die mens gegeven heeft en zal geven. Zie ik in de spegel een nieuw mens?

Laten we geen verstoppertje spelen met elkaar en met onszelf. En eerlijk bekennen: we kijken lang niet altijd door en over ons spiegelbeeld heen. We zien die vreugdekroon vaak niet. Ook niet als we onze Heiland Jezus kennen. En dus de bril van het geloof dragen. En weten van de tweede Advent. Van de toekomst, die ons wacht, doordat Christus ons bevrijd heeft. We staan echt niet altijd te juichen. En die kroon van de eeuwige vreugde dragen.

Nou is het ons allemaal duidelijk: we hebben bepaald ook niet altijd reden tot vreugde. We zitten soms nog werkelijk midden in de woestijn. We waden door het brandende zand. Soms is het leven een moeras, waarin we in een dodelijke omklemming vast zitten. We dreigen verzwolgen te worden. Niet dan? Voelt het zó soms niet aan?

En toch: er is een belofte. Jezus is de komende koning. De koning, in wiens Rijk alles heel zal zijn. Die alle tranen droogt. Elk gejammer van verdriet verdrijft. Wat heeft Hij daarvan al veel tekenen laten zien, toen Hij op aarde was.
We zijn op weg naar de volle vervulling van Jesaja 35.

Want wat God wil, dat gebeurt. Zonder mankeren! Je zag het aan Israël bij de terugkeer uit Babel. En dat gaat nog een stuk verder! Hij zorgt er niet maar voor, dat er wat mensen in de hemel komen. Nee, Hij zorgt voor een nieuwe aarde, een nieuwe schepping zelfs! Dan jaagt Hij gejammer en verdriet weg. En dan voorgoed, definitief, helemaal!

Dat belooft de HEER. En die belofte stáát. Die belofte is niet anders dan zekerheid. Weet u waarom? De basis van Gods beloften Zijn altijd het werk van Christus. Aan de basis staan namen als Golgotha, waar Christus stierf voor de zonden. En de hof van Jozef, waar Hij opstond. Dat is de garantie, dat de dood verslagen is. En van het feit, dat ook de gevolgen van de zonde eens zullen verdwijnen. Ook gejammer en verdriet. En dan is er blijvend plaats voor gejuich en vreugde.
Dat is de reden, dat het paradijs in aantocht is. Nee, het is er nog niet. De Kerk heeft het moeilijk vandaag. In sommige landen door vervolging. En hier door verleiding, een niet minder groot gevaar. Het is moeilijk voor de Kerk. En het wordt nog moeilijker, in de tijd voor Jezus’ terugkeer. Houd daar wél rekening mee!

Maar het komt goed, echt, helemaal goed! God veegt de tranen weg. Hij jaagt alle gejammer en verdriet voorgoed weg. En in het nieuwe Jeruzalem zijn en blijven voorgoed vreugde en gejuich. Die wonen daar.

Vind je dat ook niet een reden, om er naar uit te zien?

Amen.

--------------

Suggesties m.b.t. de dienst van de gebeden:

Bidden: voor mensen, die op zoek zijn naar geluk; leren, wat ware geluk is, blijvend, bron van vrede voor altijd; leren geluk op juiste plaats te zoeken; voor wie bij zoektocht naar geluk hopeloos verdwaald zijn, zijn blijven steken bij surrogaat. Danken, dat God ware geluk geeft in Jezus, zijn Zoon. Bidden voor mensen die Jezus kennen en toch nog in woestijn leven; veel mensen verdrietig, in gemeenten, in wereld. God ziet zo graag anders; zien op Hem, wijzen op Hem. Leer verlangen naar het oord,het leven vol vreugde, waar verdriet en gejammer verbannen zijn.

Geen opmerkingen: