(preek over Lucas 9:11)
“…en Hij ontving hen vriendelijk…” Luc. 9 : 11
Dat overkomt
ons allemaal wel eens, té vaak naar onze smaak: je belt een bepaalde instantie.
En je krijgt te horen: “Er zijn zoveel wachtenden vóór u” . Zuchtend ga je
zitten, want dat zal wel even duren, vrees je.
mobieltje néémt tijd |
Au!, daar leg
je de vinger op de zere plek. Tijd, die hebben we vaak niet. We hebben
eigenlijk geen tijd voor een ander. Wél voor je Nintendo, je laptop, je mobieltje, ga maar door. Die
slurpen onze tijd op, zie je. En daarom hebben we zo”n haast. “Opzij, opzij,
opzij! Maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke haast”.
We moeten dit, we moeten dat. We komen alleen maar tijd te kort. Nee, geen tijd
voor de ander.
En dat is
gevaarlijk. Lévensgevaar dreigt, als mensen signalen afgeven, die niet
opgevangen worden! Ja, dat kan letterlijk een mensenleven kosten!
En Jezus? Dat
is een heel ander verhaal!
Is het bij Hem ánders? Maar Hij had en heeft het
toch smóórdruk? Kijk maar naar zijn situatie in Lucas 9.
Johannes de Doper |
Maar dan komen de leerlingen terug van het
uitvoeren van een zware opdracht. In dienst van de verkondiging van het Rijk. Een
belangrijke Evangelisatie-campagne, zeg maar. Jezus zelf heeft ze op pad
gestuurd. Nu komen ze terug.
eenzame plaats... |
Dat was de bedoeling ook. Maar als ze dan aan de overkant van het meer van Galilea –een eenzaam gebied- komen, dan staan de mensen al weer te wachten.
En…Hij ontving hen. Kijk, Hij had met recht
kunnen zeggen: “Nou even niet, lieve mensen. Morgen zijn jullie de eersten. Ik
moet nu iets anders voor mijn zender, de Vader, doen”. Nee. Jezus ontvangt dat
grote aantal mensen. Vers 14 noemt een aantal: circa 5000. “Hij ontving
hen vriendelijk”, staat er. Niets
van teleurstelling te merken, van irritatie of iets dergelijks. Ja, er staat wél een ander
woord: vriendelijk.
In andere vertalingen kom je dat woord hier niet
tegen. Waar haalt deze vertaling (de NBV) dat woord dan vandaan?
Nou kan ik een klein beetje het Grieks lezen, de
taal waarin het tweede deel van de bijbel, het Nieuwe Testament geschreven is. En
daar staat voor “ontvangen” een woord,
dat “aannemen” of “opnemen” betekent. En daar zit iets van gastvrijheid in.
Jezus neemt die mensen aan, Hij neemt hen op. Jezus maakt ruimte voor hen.
Ruimte niet alleen in de vorm van tijd. Nee, Hij maakt ruimte voor hen in zijn
leven.
Er blijkt overduidelijk een ding: dat Jezus
de mensen in zijn hart heeft gesloten. Nee, dit is niet maar beleefdheid. Dit
is meer, veel meer, onmenselijk veel meer. Zijn hart staat wagenwijd open voor
die mensen.
En weet u: het zijn zoekende mensen. Die mensen,
ze hebben het niet. Ze weten het niet meer. Ze zijn de weg helemaal kwijt. Ze
zijn als een kudde schapen, waarvan de herder weggelopen is. Omdat de herders,
de geestelijke leiders het laten afweten. Ze zijn verleiders.
De herders voeren het volk, de aan hen
toevertrouwde kudde, op de verkeerde weg. Een pad, dat niet naar grasvelden
leidt. Integendeel.
kudde schapen |
Je moet weten: wetgeleerden gaven toen onderwijs
in de heilige geschriften. Ze waren de
grote kenners van de Schriften, het Oude Testament Zij waren DE autoriteiten op dat gebied. En
zij leerden de “gewone man”, hoe hij
volgens die voorschriften moest leven. Hoe je leven in overeenstemming was de wil van God. En hoe je zo rechtvaardig
was, God dus recht in de ogen kon
kijken.
...hoge muur... |
zwaar |
Ze wlden zo graag rust, zie je. Ze wilden zo
graag bij God zijn. Maar de weg erheen was zo lang, zo zwaar. Hoe zouden ze die
kunnen aflopen en ooit bij God terecht kunnen komen!
Zulke mensen, duizenden, minstens 5000, komen
naar Jezus toe. Wéér, want ze waren bij Hem, luisterden naar Hem. Ze zogen zijn
woorden, zoals een droge spons water. Zoals droge grond het water gulzig
indrinkt. ant ze hebben bij Jezus heel wat ánders gehoord dan wat ze gewend
waren van de leraars. Die kwamen alleen aandragen met manden vol wetten,
bepalingen, voorschriften, opdrachten. Terwijl ze al zo moe waren.
...zwaarbeladen... |
verlossing daagt |
Jezus ziet die arme sloebers en tobbers, die
vermoeide, bepakte, hongerige en dorstige mensen komen. Arme schapen zonder
herder! En zijn herdershart wordt bewogen. Hij is
immers de GOEDE herder?
Hij stuurt ze niet terug. Dat kan Hij niet over zijn hart verkrijgen, weet je.
“Hij ontving hen”. Niet maar uit beleefdheid.
“Hij ontving hen vriendelijk”. Niet maar omdat Hij vriendelijk was, een
hartelijk, warm mens.
Nee, er is een diepere reden voor. Jerzus heeft
hárt voor de mensen. Want dat hart is een bijzonder hart, uniek. Het is het
hart van de Verlosser, gekomen om mensen te redden. Om ze van hun lasten af te
helpen. Ze te verlossen van hun honger en dorst. Ze te bevrijden van hun zonden
en de gevolgen daarvan: hun schuldgevoel, verlatenheid, angst.
Hij ontving hen vriendelijk. Zó is Jezus, ziet
u! Of Hij geen behoefte had om na de dood van Johannes de Doper met zijn Vader
alleen te zijn? Of Hij niet erg moe was van al die mensen, van dat praten,
genezen, helen? Natuurlijk! Hij was ook volop mens, vast en zeker.
Maar Hij was als Zoon van God gekomen met de
opdracht, er namens de Vader te zijn voor de mensen, altijd.
...alle tijd... |
Ook vandaag nog, lieve mensen. Ook voor u en jou.
Heeft Hij dan geen haast? O ja, Hij heeft
veel te doen: het grote werk, dat de Vader hem opdroeg. Hij had redenen te over
om te zeggen: “Nou even niet, kom later maar terug”.
Maar dat wil Hij niet. Hij heeft de tijd,
letterlijk. Hij beschikt over de tijd als Zoon van God. En Hij máákt tijd voor
mensen in nood. Altijd, hoe dan ook.
Jezus heeft geen secretaresse, die de afspraken
regelt. Er is geen sprake van een wachtlijst van zoveel maanden of weken. De
Heiland houdt geen spreekuur van een paar uur per dag. Nooit heeft Hij belet.
Hij hoeft niet de agenda te trekken voor een afspraak “later”. Het komt bij Hem nooit ongelegen. Hij heeft
altijd meteen tijd voor je. Voor iedereen. Maar ook voor mij en voor jou. Voor
iedereen, die hem nodig heeft. En naar hem toe gaat met al zijn zorgen en
problemen. En het grootste probleem is: de zonde en alles wat daarvan het
gevolg is en daar mee te maken heeft.
En als je dat alles als een last ervaart, er
onder gebukt gaat, heeft Hij tijd voor je. Dan moet je daar wél gebruik van
maken. Hij wacht op jou. Hij wil je helpen. Hij ontvangt je vriendelijk.
Jezus klopt... |
En weet je, dan krijg jij ook een ander hart. En
daaruit stroomt dan óók bewogenheid. De drang, om mensen in nood te helpen,
wanneer je kunt. Dan zeg jij ook minder vaak: “Morgen, hoor. Dán help ik je". Dan
geef je minder vaak “niet thuis”, het antwoordapparaat, uitstel, dat vaak
afstel betekent. Dan duren ook jouw dagen nog steeds 24 uur. Maar toch zeg je
minder vaak: geen tijd. Dan ga je wat lijken op Jezus, zie je.
En dat zal mensen om je heen vast niet spijten!
Amen.
-------------
Amen.
Voorstel voor een orde van dienst:
Vooraf Gez. 409 : 1,4,5,
Aanvangslied: Gez. 330 : 1,2
[in ochtenddienst: Samenvatting van de wet, Matt.2:35-40
zingen: Ps. 25:5
Verkondiging van vergeving: Lezen Psalmen 86:3-5
zingen Ps.25:3
De 10 woorden uit Deut. 5
zingen: Ps. 25 : 2]
Gebed
Lezing: Lucas 9 : 1-11
Zingen: Ps. 72:1,4
Preek over Lucas 9 : 11 ged.
Zingen: Zingende Gezegend 72 : 1,4
Gebed
[middag/avonddienst: geloofsbelijdenis door zingen van Gez.100 uit "Voorzichtig Licht*]
In eerste/ochtenddienst: Zingende Gezegend 299
Vooraf Gez. 409 : 1,4,5,
Aanvangslied: Gez. 330 : 1,2
[in ochtenddienst: Samenvatting van de wet, Matt.2:35-40
zingen: Ps. 25:5
Verkondiging van vergeving: Lezen Psalmen 86:3-5
zingen Ps.25:3
De 10 woorden uit Deut. 5
zingen: Ps. 25 : 2]
Gebed
Lezing: Lucas 9 : 1-11
Zingen: Ps. 72:1,4
Preek over Lucas 9 : 11 ged.
Zingen: Zingende Gezegend 72 : 1,4
Gebed
[middag/avonddienst: geloofsbelijdenis door zingen van Gez.100 uit "Voorzichtig Licht*]
In eerste/ochtenddienst: Zingende Gezegend 299
--------
*)Voorzichtig licht, liederen van A.F.Troost, lied 100melodie: gezang 460
1. Ik geloof, dat God mijn Vader,
bron van al het goede is,
die van hemel en van aarde
schepper, herder, hoeder is.
Hij zal weiden, mede-lijden
teder als een moeder is.
2. Ik geloof dat Jezus Heer is,
die zachtmoedig binnenrijdt,
aan wie alle dank en eer is:
zaad, tot ondergang bereid -
opgestaan en opgevaren
keert Hij weer in heerlijkheid.
3. Ik geloof: de Geest, de Trooster,
en één kerk, de ware bruid,
de vergeving van de zonden,
paaslicht dat ons graf ontsluit -
eeuwig samen zing ik: Amen,
roep ik, God, uw glorie uit!
1 opmerking:
Wat heb ik aan mijn leven als ik niet mijn lichaam mag zijn.
Voormalig Premier Balkenende sprak een in mijn bewustzijn tijdens mijn nachtrust..
Je bent een kind van god.
Als je het niet aankan houd je je handen op je oren en schreeuw opzouten.
Want gij zijt een zondaar en zal u zelf bekeren.
Stop electromagnetische oorlogvoering.
En wat betekend iemand bezetten als je hem of haar niet kan zijn.
Wat niet is en niet kan zal niet zijn.
Exodus 22:18
God moge behoeden onze ziel voor ik ben gedefineerd als tijd hem zelf.
Een reactie posten