maandag, september 26, 2011

LICHT IN DE DUISTERNIS Johannes 8:12 (preek)



LICHT IN DE DUISTERNIS (Preek over Joh. 8:12)

“Hij (Jezus) zei: Ik ben het licht voor de wereld.” Johannes 8:12

Vaak treffen vakantiegangers het niet zo met het weer, vinden ze. Althans zij,die in ons mooie landje gebleven zijn. Ze hebben het zonnetje al te vaak gemist. En wat is nou vakantie zonder zon?!
Ja, wat zou het leven zijn zonder zon, kun je vragen. En het antwoord is: niets. Want er als er geen zon was zou er geen sprankje leven zijn! De zon, het licht is levensvoorwaarde nummer één, zie je!
Dat beseffen we meestal niet. Want die zon mag wel eens schuil gaan onder een dik pak wolken. Váák, té vaak naar onze smaak. Maar ja, het is waar: áchter de wolken schijnt de zon. Ook ’s nachts geeft de zon via weerkaatsing door de maan nog licht. Maar dat is niet veel.
Dat merken we in de tent. Dan heb je wel hulpmiddeltjes, maar het blijft behelpen.
In het donker buiten –voor zover het nog donker is in onze moderne wereld- kun je dat óók merken in een bewolkte nacht. Je ziet geen hand voor ogen. Je weet niet waar je loopt, kunt je nergens op oriënteren. Je dreigt te verdwalen, ergens tegenaan te lopen, te vallen, je te bezeren, zodat je niet verder kunt.
De zon, die hebben de planten nodig. En de zon, daar kunnen wij mensen niet zonder leven.
                                                   ------
God schiep het licht, op de eerste dag. En op de vierde dag de grote en de kleinere drágers van het licht. God heeft het licht, de zon aan ons gegeven. Het licht, de zon, komt van God. God is zon, licht, heerlijk, stralend licht.
En nu zegt Jezus: “Ik ben het licht voor de wereld”.
de zon komt op...
Dat betekent voor de goede verstaander nogal wat! Voor hen zegt Hij: Ik ben de door God beloofde en nu gegeven Messias. Ik kom rechtstreeks van God, HET Licht, DE Zon. En dat konden de mensen toen weten. Want de laatste profeet van het Oude Testament, Maleachi heet hij, had een belofte van God doorgegeven. Deze: “Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben zal de zon stralend opgaan, de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt”.
Dus Jezus is die zon. Dat zegt Hij met nadruk van zich zelf. IK ben het licht voor de wereld. Dat zie je zo niet in het Nederlands. Maar neem het maar van me aan. IK ben het licht. IK ben het en anders niemand. Het licht, met gerechtigheid en genezing, dat ben IK.

een lamp
Jezus is het LICHT. We maken verschil tussen lamp en licht, bijv. daglicht, licht van de zon. Vergeleken met daglicht is lamplicht maar surrogaat. Nu, Jezus noemt Johannes de Doper een lamp. (Joh.5:35) Maar Hij noemt zichzelf het Licht. Hij is de bron, de drager van alle licht. En dat is exclusief. Het licht, dat is alleen HIJ. Zo komt het ook in het Grieks, (de taal waarin het Nieuwe Testament oorspronkelijk geschreven is) naar voren. Het Licht, dat ben IK.
Jezus komt van God. Het licht komt van God. Hij is het Licht. En Hij heeft het licht aan de mens gegeven. Daar begon de schepping zelfs mee. Op de eerste dag schiep Hij het licht. En op de vierde dag gaf Hij de Zon, de drager van het licht. God gaf aan de aarde, de planten, de dieren, de mensen dat grote geschenk: de zon, het licht.

achter de wolken...
En de zon, die IS er. Nooit kun je naar waarheid zeggen: "Waar blijft die snuiter nou weer? Alweer, net als die trein gisteren, een uur vertraging"". Je hoeft niet ’s morgens als je opstaat, je af te vragen: “Zou de zon er nog wel zijn?” Nee, ze is er, elke morgen weer. Je ziet haar niet altijd. Maar achter de wolken schijnt de zon, altijd, elke dag weer. Die levensvoorwaarde biedt onze God, zolang deze aarde bestaat. Zo lang is er lichte en warmte.
De zon is er. En zo is Jezus er ook. Daar hoeven we niets voor te doen. Helemaal niets. We hoeven Hem niet te voorschijn te roepen. Of Hem naar ons toe te roepen. Nee, Hij is er. En van die aanwezigheid mogen we “gewoon” -nou ja, gewoon?, het is een wonder van de bovenste plank- gebruik maken. En zeggen: “Dank U, dat U er bent. Dank U voor wat U hebt gedaan, voor wat U bént voor mij! Dank U, dat ik daarom mag leven. Echt mag leven, ongestoord, voor altijd”.

Zó is God, tot ons grote geluk. Hij is goddelijk royaal. Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden. En zo heeft Hij zijn Zoon gegeven als licht. Als licht voor elk en iedereen. Iedereen, die dat als grote wens heeft: in het licht van Jezus te staan. Door de Heiland leven te hebben. Leven, ondanks dat wij het verprutst hebben. Leven, dat tegen alles bestand is. Dat door slopende ziekte heen, ja, door de dood heen, blijft.
Besef je wel, hoe onze situatie zonder hem zou zijn? We hebben het licht niet in bezit. Ons leven is uit onszelf van vreselijk slechte kwaliteit, weet je. Het lijkt nergens op.
                                                         -----
Want als Jezus zegt: “Ik ben het licht voor de wereld”, wat houdt “licht” dan in?
Dan gaan we maar wéér even naar het Oude Testament. Want daarin wordt immers de komst van de Heiland beloofd? Nu dan, in Jesaja 9 wordt verteld over een volk -dat is het volk van God. En dat volk zit helemaal in dichte duisternis. Dat wil zeggen: nergens is hoop, nergens is redding. Want de vijand onderdrukt het volk, maakt er slaven van.
Maar dan gebeurt er een wonder. Er komt licht in het donker. Helder, schitterend licht. Hoe komt dat dan?
De reden: “ Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven”. En het is de toekomstige koning, die zal  bevrijden. Zo zal het licht gaan schijnen, de zon gaan stralen. Dus: het licht betekent verlossing, bevrijding.
En in Jesaja 49 (vers 6) staat, dat God die verlosser, de Messias, de Heer Jezus, zal maken tot een licht voor alle volken. Jezus is dus het licht, redding, bevrijding, voor de hele wereld! Jezus brengt licht in de duisternis. Hij doet de zon opgaan over je bestaan. Zodat de duisternis wijkt. De duisternis in je leven als gevolg van de zonde.

Want ons grootste probleem is niet die verregende vakantie. We moeten niet als centrale vraag hebben: waar blijft mijn vakantiezonnetje? Maar: hoe wordt het licht in mijn leven? Hoe kom ik van de óórzaak van de duisternis in mijn bestaan, de zonde, af?
Want het is vaak donker in ons leven. Het kan soms stikdonker zijn in een mensenleven. Ik denk, ik vrees moet ik zeggen, dat velen daarvan mee kunnen praten. Dat zouden er wel eens veel meer kunnen zijn, dan we denken. Want er zijn veel binnenvetters. Mensen die over hun gevoelsleven weinig of niets kwijt willen Of die daarover misschien erg moeilijk kúnnen spreken. Maar erg veel mensen om ons heen zitten in het donker.
Voorbeelden? Ze zijn er te óver.Je kijkt opeens naar de toekomst als naar een gapend zwart gat. Want de diagnose luidde: ASL. Of: kanker in een ver-gevorderd stadium. En een operatie is volkomen zinloos. Of: hoe moet ik verder, nu zij er niet meer is. Ze heeft je verlaten. Of hij, van wie je zo intens hield, is gestorven.
eenzaam
Wat kan het pikdonker zijn, als je altijd maar pijn hebt. Of als je je wel zó ontzettend eenzaam voelt. En bij eenzaamheid denkt u uiteraard aan een oude man of vrouw in het verzorgingscentrum. En die kunnen dat ervaren. Eén donkere nacht is hun leven!
Maar je wilt niet weten, hoeveel jonge mensen er eenzaam zijn! Eenzaam op school, in de klas. Wat een duisternis!
Duisternis, als niemand je schijnt te begrijpen. Of, want dat kan ook, dat je dreigt te verdrinken in een inktzwarte zee van zonde en schuld.

De blijde boodschap luidt:Jezus, het licht voor de wereld, kan elk mens die in het donker ronddwaalt, in het licht zetten. Elk mens bevrijden
Dat kan Hij. Kijk maar eens naar wat aan deze woorden voorafgaat. Het gaat daar over een vrouw. Ze zat bij wijze van spreken in de dodencel. Want ze was op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel. Dus was ze op weg naar de executie: de dood door steniging. Een inktzwarte toekomst wachtte, en verder niets.

Maar ze gaat bij Jezus vandaan, wandelend in blij zonlicht. “Ga naar huis en zondig vanaf nu niet meer”, had Jezus gezegd. Vrijspraak! Jezus zet haar in het licht. Hij verlost van zonde en schuld. En maakt het zo licht in je leven. Hij laat de zon opgaan in het leven van elk die in het duister dwaalt. En dan in die duisternis Hem en zijn werk, zijn offer aanvaardt.
Zijn offer, ja dat toch echt wél. Dat was absoluut noodzakelijk, om mensen te redden, het leven te geven. Door het licht te doen opgaan. Door de zon te laten schijnen in hun leven. En waarom was dat offer van zijn leven daarvoor nodig?
Nou, het licht was niet vanzelf weggegaan uit hun leven. De zon had niet gezegd: “Aju paraplu, ik kap ermee, zoek het maar uit, zorg zelf maar voor licht voortaan.” Nee, zij hadden God, de bron van alle licht, de Zon van leven en liefde, de rug toegekeerd. “We zoeken het zelf wel uit, vaarwel, God”. Zó waren ze in het donker beland, zonder enig uitzicht.

En om dat weer in orde te maken, moest Jezus zijn leven geven. Moest Hij in de duisternis van de hel. Dat zag je al, toen Hij aan het kruis hing. En toen het drie uur lang donker werd. Toen Hij het moest stellen zonder het licht van het liefdevol gezicht van zijn Vader.
Dáárom is er licht voor mensen, die zelf het donker uitgekozen hebben. En nu met de brokken zitten. Met een heden en een toekomst zonder een sprankje licht. Voor eeuwig zonder de Zon, die God is. Zonder Jezus, het Licht voor de wereld. Zonder het licht van zijn liefde. Zijn liefde die vergeeft. Die je in de vrijheid en de vreugde van God zet. Die vriendelijk naar je kijkt om de wille van Jezus en zijn offer aan het kruis.
Er is volop licht, dát licht voor hen. Dat is er door Christus te aanvaarden. Door Hem te vragen, in je leven te komen. Dan gaat op een wonderlijke manier, door het werk van de Heilige Geest, dat echt gebeuren. Dan wandel je in het licht. En dat niet alleen als de zon écht op je bolletje schijnt. Als je levenspad over rozen gaat. Maar ook in het donker van grote problemen is er licht.
En dáárom is dat licht zo beslissend. Want het kan nu al zo donker zijn. Maar eens komt de nacht. De nacht van de dood. Maar wie gelooft, wie het Licht vertrouwt, zich daaraan toevertrouwt, die heeft ook dan licht.
Geweldig is dat! Niet te geloven, maar werkelijkheid. En dat gun je toch iedereen?

Daarom moet je, zoals het vervolg zegt, Jezus volgen. Dan wandel je zelf in het licht. En dat zien mensen, die in het donker rondtasten en aan het dwalen zijn. Wandelen in het licht. Want Jezus zegt ook tegen zijn leerlingen, tegen al zijn volgelingen: “Jullie zijn het licht voor de wereld”. Dat komt kun je zijn door de verbinding met Christus, het Licht.
De weg van de kinderen van het licht gáán, bewandelen, zo zegt Efeze 5 dat. Dat brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. In het vervolg van dat hoofdstuk wordt dat concreet gemaakt. Dat heeft te maken met je omgaan met alcohol, met dankbaarheid en gezamenlijke blijdschap, aldus Paulus. Dus dankbaarheid naar God toe. Het heeft ook te maken met je huwelijk, je omgaan met je man, je vrouw in liefde. Met je houding ten opzichte van je ouders, en je kinderen.
in de klas
Kortom: iets uitstralen, licht uitstralen, dat moet je zoeken in de zaken van het gewone leven. Dicht bij huis. Zelfs in huis. Maar ook in de klas. Ook als de leraar of lerares met de rug naar je toe staat. En op je werk. Hoe je de collega’s op kantoor benadert. Denk je er dan aan, dat Jezus het Licht voor je is? Hij is het allerbelangrijkste voor je. En je laat merken, hoe fijn het leven, dat Hij geeft wel is. En dat Hij erbij blijft en je Licht blijft, ook in tegenslag. Dat je licht hebt in het donker.
Nu zijn er veel méér mensen, die blij zijn, vriendelijk, attent, noem maar op. Maar die toch de Heiland niet kennen. Wat maakt nou het verschil? Dan gaat het om het uitgangspunt. En dat is God, het Licht. En Jezus, door God gegeven als licht voor de wereld. Hij blijft centraal staan in je leven. Daardoor kun je volharden. in die vriendelijkheid. In dat er-zijn voor de ander, zelfs ook als je zelf in de nesten zit.

En daardoor kun je vriendelijk maar beslist soms NIET meegaan met die ander. Omdat je Heiland dat niet wil. En zijn wil is wet, zie je.
Want Hem wil je nooit verliezen. En... Hem verlies je niet. Want Hij verliest jou niet, verlaat je nooit ofte nimmer! Die Zon blijft, zeker weten!

Amen dus!
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
Handreiking voor de liturgie:
De volgende liederen zouden een plaats kunnen krijgen:
Psalmen: Ps. 27 (:1,2,) 68:7,12; 36
Gezangen:379: 1,2, en 3,5
26:1,3; 167:1,3,6 430:1,2,5,7
90:11; 75:7-9
Zingende Gezegend 310: 1,2,3
Schriftlezing: Johannes 8:1-20
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Tips voor de dienst der gebeden:
Bidden voor mensen die, soms om ons niet bekende redenen, in het donker zitten, hulpeloos, radeloos. Geef hun een open mond!! en een luisterend oor (die van mij, jou?)
Voor eenzamen, chronisch zieken. mensen, die elke dag moeten leven met pijn.
Danken, dat God zijn zon doet opgaan voor iedereen...
Vergeef ons neiging, Hem rug toe te keren.
Help ons Gods licht te weerkaatsen op de plaats waar we gaan/staan.