vrijdag, juli 23, 2010

WAAROM? WAAROM?? WAAROM???

WAAROM? WAAROM?? WAAROM???

“…waarom slaapt u? …Waarom verbergt u uw gelaat?...waarom vergeet u onze ellende, onze nood?” Psalmen 44:24,25
Orde van dienst:
ochtend:
Eventueel vooraf Gezang 464
Na votum en groet: zingen Psalm 73:9,10
Samenvatting van de wet, Marc. 12: 29-31
Zingen: Psalm 130:2
Verootmoediging: Lezen Daniël 9:18,19
Zingen: Psalm 130:4
Gods wil voor ons leven: Rom.12:1,2
Zingen: Gezang 323:4
Gebed
Schriftlezing: Psalmen 44
Zingen: Psalm 22:1,8
Preek
Zingen: Liefde, die mijn leven leidt: 1,2,3 *)
Gebed
Na collecten: Liefde... : 4 *)
Zegen
Tweede dienst:
Gezang 464

Psalm 73:9,10
Gebed
Lezing: Psalmen 44
Psalm 22:1,8
Na preek: “Zingende Gezegend” 87
Gebeden
Na collecte: Liefde, die mijn leven leidt...:1,2,3 *)
A.F.Troost, mel.: Evang.Liedb. 189 (Vaste Rots)
Na Geloofsbelijdenis Liefde..., vers 4 *)
Zegen
*)
1 Liefde die mijn leven leidt
wég uit mijn onzekerheid,
kom als licht dat om mij straalt,
vredesduif die op mij daalt -
woord dat uit den hoge klinkt,
wees een lied dat in mij zingt!
---
2 Slaat mijn allerlaatste uur.
dood dan, God, mijn vragenvuur:
wie, wanneer en wat en hoe,
waar, waarheen, waarom, waartoe?
Was ik niet in kleingeloof
ziende blind en horend doof?
---
3 Niemand weet wat mij bezielt,
hoe mijn hart in eerbied knielt -
God, U weet het, U alleen,
U ziet door al mijn vragen heen,
heimwee, diep verborgen pijn:
stil verlangen thuis te zijn.
---
4 Liefde die mijn leven leidt,
dat gij altijd bij mij zijt:
dat geloof neemt mij niet af
wind of water, vuur of graf -
niets dat mij van U ooit scheidt.
Liefde die mijn leven leidt,
-----

Het is vast één van de woorden, die in bepaalde omstandigheden het meest gebruikt worden: waarom. We hebben allemaal onze “waaroms”. Als kind de waaroms van kinderen. “Pappa, waarom dit of dat, waarom zus of zo?” Later de waaroms van verwondering en verrassing. Maar ook vaak uit een gekweld, soms zelfs wanhopig hart. “Waarom word ik zo gepest op school? Waarom moet ik met die handicap door het leven? Waarom heb ik geen partner ontmoet? Waarom moet ik wéér alleen verder? Waarom heb ik die ziekte, die beperking? Hoe kan ik nu van mezelf, als schepsel, als kind van God met deze handicap houden? Waarom? Waarom mogen wij, mag ik niet de weelde beleven van een kind, kleinkinderen?”
Nee, de waaroms zijn niet van de lucht. Uitingen van vragen over hoe het gaat en is in je leven, in de wereld. Waarom die ellende, waarom ik?
-----
In het hierboven genoemde lied, Psalm 44, klinkt ook het “waarom”. Tot drie keer toe zelfs. Uit de mond van iemand, die spreekt namens een heel volk, Israël. Dat zit weer eens in de bekende hoek. Daar waar de niet minder bij dat volk bekende, klappen vallen. Wanneer dat in dt geval was? Niemand weet het. Maar hoe dan ook, het volk baalt als die alom bekende stekker! En de dichter brengt dat onder woorden.
Hij begint met het weergeven van een stuk vaderlandse geschiedenis, dat is: Gods handelen met dat volk. Het volk weet het nog: we hebben dit goede land gekregen. Onze God heeft het ons gegeven. Er was volop verzet. Vijanden te over. Maar onze HEER is een God met reuzenkracht. Hij heeft, zouden wij zeggen, biceps om als vijand je een hoedje van te schrikken. Om als een haas op de vlucht te slaan.

Nou, aan zo’n God kun je je toevertrouwen. Dat gaat geheid goed! En dat deed het volk: vertrouwen op God. Zoals en klein kind restloos op mamma vertrouwt. (zie afbeelding). Dus zou je zeggen: dan ben je veilig. Dan heb je ’t goed, zonder mankeren. Zo was het vaak gewéést ook, want zo was het beloofd. Maar, denkt Israël, hoe heb ik het nu?!! Er komt nu geen grammetje heil. Alle verlossing uit de hand van de vijand is mijlenver te zoeken. Je schaamt je gewoon, om bij die God te horen! En we wáren er altijd trots op!
Vandaar al die waaroms. De reden: onze God. God? Hij verstoot ons. Hij verbergt zijn gelaat. Dat Hij van ons houdt en geeft dat we het goed hebben – er is geen sprake van! Gods liefde, je ziet er niets van, h-e-l-e-m-a-a-l niets! En wij hebben Hem niet verlaten. Echt niet! Het probleem ligt aan de andere kant.

Het kan niet anders: dit is geen achteloosheid. Dit is met opzet! Ondanks het feit, dat wij de HEER dienen, overkomt ons deze bezetting door de vijand. God slaapt. Heel bewust. Hij is gaan slapen. Of Hij houdt zich slapend. Hij laat het toe, dat we zo in de puree zitten. Of wil hij het misschien?
Waarom vergeet U, God en verstoot U ons en slaapt U? Drie waaroms. En vooral dat laatste hakt er in: God slaapt. Kijk, er wordt over God door gelovigen nogal eens geklaagd in de bijbel. Maar dit staat er nooit! Wel het tegenovergestelde: de HEER slaapt niet, nooit! (Psalmen 121 bijv.). En: God is wakker voor ons. Hij houdt zijn ogen wijd open. Is elk moment klaar om in te grijpen!
Maar nu? De HEER slaapt! Ja, waarom, God? Dat kunt U toch niet maken! God toonde zich altijd onze God. ? U was onze God. En U zal dat nu ook wel zijn. Maar U laat daar niets van merken. Aan ons niet. En aan de vijand niet. Hoe kan dat nu toch? Hoe kan dat? Waarom? Waarom?? Waarom???
-----
Voor veel mensen, die dit (horen) lezen, zal dit herkenbaar zijn. Sommigen zitten in over hoe het gaat met de kerk hier, in Nederland, in Europa. Anderen maken zich zorgen over onze maatschappij, de verharding, de tweespalt, het egoïsme. Hoe zal het gaan met ons landje, ons volkje? Maar er is ook het kruis, dat we persoonlijk moeten meetorsen. Waarom? Wat doet God? Ja sterker nog: waar is God? Hij is uit het zicht. Hij verbergt zijn gelaat. Hij is onzichtbaar. Hij helpt niet, toont zijn liefde niet. God lijkt wel dood.
Het lijkt er in elk geval op, dat Hij wél slaapt, ondanks zijn belofte. Hij lijkt ons vergeten te zijn. Terwijl Jezus beloofde, bij ons te zijn, mèt ons, alle dagen, elke dag weer. Maar God lijkt zich niets aan ons en onze situatie gelegen te laten liggen. Terwijl Hij zich vader noemt! Of moeder, die haar kinderen niet kán vergeten. Ja, waarom? Waarom dan zó?? Waarom ik??? Mensen, echt, de waaroms kunnen je bijna verstikken!

En nu moeten we niet meteen en gemakkelijk zeggen: “Och ja, ieder huisje heeft zijn eigen kruisje, he. Zo is dat nu eenmaal in deze wereld”. Want ja, dat is waar. Maar ieder vindt het eigen pakket het zwaarst. En sommige mensen krijgen echt veel meer te torsen dan een ander. En dan stijgt het water je wel eens tot de lippen. En als je dan weet, dat God er is, dan wring je die vragen wel eens naar buiten. Waarom?!!
Waaroms richting God. God, waarom? Waar bént U? Ik zie niets van U, nergens. Ik ervaar helemaal niet, dat U er bent. Ja, vroeger, toen wel. Toen had ik het goed. Toen toonde U uw liefde. Maar nu? Vroeger, ja toen woonde U in uw kerk. Toen was er groei en bloei. Toen was er invloed op de samenleving. Maar kijk nu, in welk zwaar weer de christelijke politiek terecht gekomen is. Wéét U dat niet? Hebben we een God, die vergeetachtig geworden is? Een God, die een spelletje met ons speelt, verstoppertje of zo. Bent U slaperig geworden en ingedut?

Ja, er komen provocerende geluiden, je zou zeggen: beledigingen naar God toe in zo’n situatie. Dat kan vandaag nog sneller. Want dat wordt vaak door de ouders en leraren sneller gepikt. Maar het kan in je opkomen. Want de kernvraag is: U hebt ons verstoten. Maar voor hoe lang? Voor altijd? Blijft uw gezicht op onweer staan? Komt er weer een vriendelijke lach op uw gezicht? Wordt ons levenspad nog ooit weer stralend verlicht door U? Of blijft het donker? Godsverduistering voor altijd?
-----
Allereerst: ik kan uw vragen begrijpen. Want ik zit er zelf ook wel mee. Met een aanzienlijk aantal zefs! En een afdoend en vooral bevredigend antwoord kan ik niet geven. Ik kan wél een aantal dingen doorgeven, die voor u en mij tot troost kunnen zijn. Tot troost IN die nood, IN die vragen.
Laat ik beginnen bij iets, dat wij waarschijnlijk niet zo leuk vinden. De vraag namelijk: waarom stellen wij die vragen. Wanneer denken we, dat God weg is, zich verborgen houdt, slaapt? Dat is toch vaak: als we ’t niet zo prettig hebben. Als God iets zou moeten doen, naar onze mening. En dat dan niet doet. We missen God, als zijn daden voor ons ontbreken. Dat is natuurlijk wel een eenzijdige benadering. Want hebben we daar recht op? Of moeten we ons misschien wel afvragen: gaat het me wel om God zelf in de eerste plaats? Of allereerst om zijn weldaden?

Vervolgens: God is hoog verheven boven ons mensen. Op een oneindig veel hogere troon dan welke koning ook. En daarom is het al een levensgroot wonder, dat we contact met Hem mogen en kunnen hebben. Het is ook de enige manier, om echt te leven. En in leven te blijven. Contact blijven oefenen, dat is van levensbelang. Contact, ook als het aanvoelt dat Hij weg is. Het gesprek met Hem blijven voeren. Ook al voel het, alsof je smekende of felle woorden niet aankomen. Ook al komt er geen reactie.

Bovendien: er IS reactie van Gods kant. En daarvoor moet de bijbel moet open. Hoe meer vragen, des te meer moet die bijbel open. Want daarin geeft God antwoorden. Die zijn niet pasklaar, op maat voor jou, voor mij. Maar tóch. Bijvoorbeeld in zijn spreken over onze Heiland.

Misschien kan de wetenschap troost bieden, dat ook Jezus die vraag heeft gesteld. En zijn waarom was gericht aan God. Jezus, gekomen op aarde, gestuurd door de hemelse Vader, heeft het aan het kruis, in het pikdonker, uitgeschreeuwd naar boven: “Mijn God,mijn God, waarom hebt U mij verlaten?”.
Je kunt zeggen: ”dat is MIJN vraag ook. Waar bent U, God? Waar bent u NU. Waar bent U in deze situatie. En dat Jezus die vraag ook stelde, wat zegt me dat? Wat heb ik daar aan? Dat is gewoon een vraag erbij. Op die grote hoop van al die waaroms”. Nou, nee, zo is het niet. Er is een groot verschil. Want wij VOELEN ons in de steek gelaten. Maar het is alleen een gevoel. Meer, iets anders is het niet. God is niet dood. Hij slaapt niet. Hij is niet weg. Hij IS er. Hij is bij ons. Jezus heeft zelf gezegd, als opgestane Heer: Ik ben met jullie, alle dagen.

Wij zijn niet, nooit door God verlaten. Maar Jezus was dat wél. Toen was dat echt werkelijkheid. De realiteit van de HEL. De hel op aarde. Jezus was alleen, overgeleverd aan de duivel en zijn macht. Vreselijk. En heerlijk, want Hij heeft zich daar doorhéén geloofd. En daarom ging Hij ook de dood in. Maar ook daar ging Hij dwars door heen. En daarom laat God géén van zijn kinderen ooit alleen!
Maar je alleen VOELEN, ja, dat kan. En dat is al erg genoeg, kun je zeggen. En wat heb ik er aan, dat God erbij is, maar ik er niets van merk. En dat Jezus bij je is, maar je voelt zijn aanwezigheid niet. Maar…
Toch betekent dat “waarom”van mijn Heiland véél voor me. Het zegt me namelijk, dat dat gevoel. van alleen te zijn geen straf hoeft te zijn. Dat was het voor Jezus wél. De straf namelijk, die ik, die jij en u verdiend hebben. Dus de dichter van dit lied, Psalmen 44, heeft gelijk. Je van God verlaten voelen, geen hulp krijgen in nood, menen dat Hij slaapt, hoeft geen gevolg van zondigen te zijn.
Maar die klemmende vraag blijft. Waarom dán? Waarom kan ik roepen en schreeuwen naar God toe, zonder dat het helpt?
Nu, weet je: die vraag mag. Die kan legitiem zijn in een bepaalde situatie. Je mag je problemen, je raadsels, met God délen. Dat is zelfs erg belangrijk. Maar je hoeft niet te schreeuwen. Je vragen met gebalde vuist naar de hemel te slingeren. Dat hoeft niet. Want geloven, dat heet in de bijbel ook wel: wandelen. Wandelen met God. Zoals Henoch wandelde met God. En zoals God dat wel deed met Abraham. En zoals de discipelen met Jezus door het land trokken, drie jaar lang.
Zo mogen wij wandelen met God. Ja, hou dat vast, blijf dat geloven: naast mij gaat de Heiland. Hij is vlakbij! En als je wandelt hoef je niet naar je metgezel te schreeuwen. Nee, je kunt met hem praten. Wandelen, dat is de beste gelegenheid, om met je problemen voor de draad te komen. Als God ons wat te zeggen heeft, merken we dat wel; de bijbel is er toch? En als wij Hem iets te zeggen hebben: we kunnen toch vrijuit spreken in ons gebed?

Wandel je al, wandel je nog met God? Of slenter je maar een beetje voort. Is het meer sukkelen, voort sjokken met Hem. Is er contact, praat je met Hem. En luister je? Dan kom je er samen met Hem wel uit! Zeker weten!
Niet dat al je vragen dan beantwoord worden. We leven in een vijandige wereld. We krijgen mensen tegen, als God voor en met ons is. En deze wereld is ook een gebroken bestaan. We lopen heel wat breuken en blutsen op hier! En waarom? Waarom ik? Waarom ik meer dan zij?
Waarom? Nee, het probleem wordt niet altijd opgelost. Denk aan Paulus; die had een goede zaak aan te dragen. En kwam er herhaaldelijk mee bij God aan. Maar God liet hem weten: nou even niet meer, knecht van me. Het is genoeg geweest. Geen oplossing. Maar de vraag loste wél op. Hij moest het doen met Gods genade. En dat was genoeg. Daar kón hij het ook mee doen!
De dichter van Psalmen 44 komt met bittere werkelijkheid. Zie vers 13: het volk, voor een spotprijsje te koop op Marktplaats! Zo lijkt het, ja. Maar er is geen sprake van, dat God zijn volk verkwanselt. Geen denken aan, dat Hij jou of mij dumpt! Dat gebeurde wél met Jezus: 30 zilverstukken was Hij waard. En daarom geldt voor ons, toch, al lijkt het anders, wat Romeinen 8 zegt: in alles, door alles heen zijn we superkampioenen. Want niets kan ons scheiden van Gods liefde in Christus onze Heer.
Nee, we begrijpen het doen en laten van God met deze wereld, met zijn kerk, met ons persoonlijk vaak helemaal niet. God gaat boven onze logica en ons begrip. We kunnen zijn doen en laten alleen aanvaarden. En weet je, wat zo vreemd is? Dat jij en ik de liefde van God wél zonder problemen accepteren. Alsof het acceptabel is, dat God zo’n doorgewinterde deugniet als ik, zijn kind noemt. Dat Jezus een veelpleger, een draaideurcrimineel als ik. zijn vriend noemt. Dat ik met Hem mag wandelen! Dat Hij zich met mij vertoont!
Het is toch om te janken van ontroering! Niet dan? Heb jij dat nooit? Nou, ik wel. En daarom aanvaard ik ook zijn doen met mijn leven. Althans, dat probeer ik. Al begrijp ik er geen snars van. Al heb ik duizend vragen.
Ja, als ik denk aan dat warm kloppende hart van God in Jezus! Dan zeg ik tegen mezelf: “Zou zó’n God zich vergissen? Zou wat Hij doet verkeerd kunnen zijn? Ik begrijp het vaak niet. Maar het is goed, wat Hij doet. Zonder mankeren!”

Hóór je wel, diep van binnen? Trompetgeschal overstemt het gekreun. Jubelzang vervangt de klaagzang. Hier al een beetje, zo nu en dan. En eens voorgoed! Als ook WIJ het geheel overzien. Dan weten we: het is goed gekomen. Dan beseffen we nu al: wat God doet, is welgedaan! Aan hem vertrouw ik me toe.
Amen.

Gebedspunten:
Leer nederigheid, geduld: aanvaarden van levensweg, kruis dragen. Contact onderhouden, spreken en ook luisteren. Bidden voor mensen, die zwaarder kruis dan wij/ik.