woensdag, juli 13, 2011

EEN HUILENDE REDDER, IS DAT WEL WAT? (preek)

EEN HUILENDE VERLOSSER, EEN HULPELOZE HELPER?
“…Jezus begon ook te huilen…” Johannes 11:35

Er wordt heel wat afgehuild, hier in dit verblijf, dat niet voor niets “tranendal”genoemd wordt. Als het stil blijft na de geboorte, als het kindje niet huilt, dan is er iets niet in orde. Het leven moet beginnen met huilen.
Er wordt heel wat afgehuild. En dan te weten, dat veel tranen worden teruggedrongen, weggeslikt. Want een man bijvoorbeeld, die huilde niet, zie je. Hopelijk gaan we daar tegenwoordig een beetje anders mee om. En is het ook voor een man niet altijd meer een teken van zwakte, als de waterlanders voor de dag komen. Ook mánnen kunnen huilen.
een traan...
Veel tranen hier in dit leven. Maar wél heel verschillende tranen. Uitingen van heel diverse emoties. Van verdriet. Maar ook vreugdetranen. Tranen van ontroering, omdat je de schoonheid van iets ervaart. Omdat een dichter onder woorden brengt wat jij ervaart bijvoorbeeld. Tranen, in allerlei emoties.
--------
De tekst (hierboven) is maar erg kort. Superkort. Om in het Guiness Book of Records te zetten. In een oudere vertaling van de Bijbel (die van het NBG, Nederlands Bijbel Genootschap,) bestond dit vers maar uit twee woorden, “Jezus weende”. Dat klinkt trouwens een stuk plechtiger, vind je niet? Jazeker. Maar het is de vraag, of dat de bedoeling is.. Dat het plechtig moet klinken. Omdat het over Jezus gaat misschien. Of dat het wel goed is, dat gewone, alledaagse taalgebruik “Jezus begon ook te huilen”.
Laten we eerst eens naar de situatie kijken. Waarom onze Heiland hier in tranen is.
Nou, Lazarus is overleden. En diens zussen, Maria en Marta, noemen hem in hun boodschap aan Jezus “uw vriend”. En Jezus noemt hem naar zijn leerlingen toe ook “onze vriend”. En verschillende keren staat er vermeld, dat Jezus –en zijn zussen eveneens- liefheeft. En zo staat het ook vermeld over die ene leerling, Johannes. Dat heeft niets te maken met bevoorrechten, met vriendjespolitiek of iets dergelijks. Nee, Jezus heeft grote liefde voor ieder zondig mens in zijn hart. Maar het betekent gewoon, dat Jezus en zijn leerlingen altijd welkom waren in dat huis in Betanië. En zich daar altijd welkom voelden. Er waren gewoon in het menselijke vlak wederzijds warme gevoelens.
Daarom kan de dood van Lazarus Jezus niet koud laten. Maar er is méér. Er wordt in dit gedeelte opvallend vaak over de gevoelens van de Heiland gesproken. Zo staat er (in vers 33), dat Jezus geërgerd werd toen Hij Maria en de Joden hoorde weeklagen. En ook, toen de Joden spraken over zijn gebleken onmacht tegenover de dood. Tenminste, dat meenden zij.

Dus één ding wordt duidelijk: de Heiland is niet van steen. Hij heeft gevoelens. En Hij laat die blijken ook. De mensen zien dan ook zijn tranen. En ze zien er zijn liefde voor de overledene in. En dus zijn droefheid, naar zij menen.
Maar het is zonneklaar: van Jezus mag je huilen. Van onze vaders vroeger eigenlijk niet. “Een vent loopt toch niet te snotteren. Kom op, zeg!” Of: “Je bent een grote meid. dus niet jammeren, hoor!”. Gelukkig is dat nu wel anders. Je mag nu wat meer voor je emoties uitkomen. Je verdriet, het moet eruit. Je moet het uiten.Ja, Jezus huilde. Voor die weergave kies ik toch. Jezus huilt, als volop mens. Hij huilt mee. Hij begon ook te huilen. Net zoals ménsen vaak beginnen te huilen. Zoals mensen vaak moeten huilen in het leven.

De Heiland komt hierin toch wel erg dicht bij ons, vindt u niet? Hij komt naast ons in ons verdriet. Zó is Hij. Daar krijg je toch de tranen van in je ogen? Tranen van ontroering. Van blijdschap, dat we zó’n Heiland hebben. Mag best, hoor. Het is geoorloofd, de zakdoek even te moeten trekken. Doe maar gerust! Hoeven we ons geen seconde voor te schamen!
Jezus toont emoties. De Heiland is begaan met de mens. Zijn hart staat wagenwijd voor hen open. Als zij lijden toont Hij zich niet als Khadaffi of Assad. Die laten rustig hun onderdanen omkomen, afslachten. Nee, Jezus toont, hárt te hebben voor mensen. En ook daarin laat Hij de Vader in de hemel zien. De almachtige Schepper, de Koning over alles en iedereen, heeft een hart. Heeft gevoel, kent emoties. In Hosea 11 zegt Hij: “Ach Efraïm, hoe zou ik je ooit kunnen prijsgeven…Mijn hart wordt verscheurd. Door barmhartigheid word ik bewogen…”


Zo laat Jezus hier in Betanië tranen zien. Om de ernst van de situatie te tonen.
Ja, want dáár gaat het om . Deze tranen zijn geen filmtranen, tranen voor de show. Dit zijn niet zómaar tranen. Dit zijn tranen, die de Heiland, de Redder van de wereld schreit.
En dan krab je toch wel even achter je oor. De Redder huilt – dat is toch geen gezicht? En vooral: is die dan wel geschikt voor zijn opdracht? Kan Hij die wel aan? Een huilende Helper, toont die niet, dat Hij er evenmin wat aan kan doen? Net zo min als iedereen, die zich opgeworpen heeft als redder. Of niet dan? Een huilende helper is een hulpeloze helper. En daar word je geen steek wijzer van. Dat schiet niet op! Voor geen meter! Dus: Jezus is niet de Redder??

Toch maar even wat beter kijken, lijkt je dat ook niet goed?
Deze tranen zijn wél ook tekenen van medelijden. Ze laten zien, dat Jezus dicht bij zijn mensen staat. Hij is er bij! Maar het is geen machteloos medelijden. Dat is er zoveel in deze wereld.
verloren zoon en vader
En het is fijn, als er mensen trouw zijn, dicht bij je zijn in groot verdriet, in hevige pijn. Als iemand troostende woorden spreekt. Je hand vasthoudt. Met je schreit. Dat is fijn, onuitsprekelijk heerlijk. Wat geweldig, dat er zulke mensen zijn. Want het helpt. Het helpt te dragen. Maar het neemt de pijn, het verdriet niet weg. Tranen van iemand anders, tranen van medelijden zijn in wezen tranen van onmacht.
Is dat bij Jezus ook het geval? Stijgt Hij niet boven koningin Beatrix uit? Zij is er bij, bij door een ramp getroffen Nederlanders. Ze is er bij, met hart en ziel. Dat kun je aan haar zien. Maar ook zij kan niet uit de nood en het verdriet helpen. Is dat ook het geval met koning Jezus?
Misschien is het je opgevallen, dat in dit Bijbelgedeelte woorden staan, die niet bij Jezus lijken te passen. Dit “huilen”, maar ook een woord als “ergeren”. Jezus windt zich op. De Heiland is boos, kwaad, woest. En op wie dan wel?

verloren paradijs
Nou, niet op mensen. Jezus heeft mensen alleen lief, heel erg en intens. Hij zegt ze wel de waarheid. Juist omdat Hij zo veel van hen houdt. Maar Hij is niet kwaad op hen, op u en mij. Geweldig, he?

Nee, Jezus is boos op de zonde, daar bij dat graf van zijn vriend Lazarus. Kwaad op de boze. Op de duivel en wat hij met de zonde in mensen en in de wereld zo allemaal uitricht. En dat is veel, veel en verschrikkelijk! Wat kan die ellendeling enorm huis houden! De gevolgen van de zonde zijn desastreus!
Jezus weet, hoe het ééns allemaal was. Hoe het uit Gods handen voortgekomen is. Toen mankeerde er niets, maar dan ook letterlijk niets aan! Zo gaaf als wat! En nu? Je kunt dit leven eigenlijk geen leven noemen. Dit leven, deze wereld is vérworden. Is totaal kapot.
ruïnes....
Mogen we ons best eens realiseren. Hoe meer we de duivel zijn gang laten gaan in ons, des te meer kan die zonde aan dingen kapot maken. We zondigen niet goedkoop, mensen!
We zondigen dingen kapot. En nog erger: we kunnen mensen kapot zondigen. En zo kunnen we relaties, ons huwelijk kapot zondigen. Wij mensen zondigen de natuur stuk, de samenleving. We kunnen ons eigen leven stuk-zondigen.
Ja, zondigen heeft grote gevolgen. Zonde breekt het geluk stuk. Zonde brengt dood, rouw, tranen. En de Heiland ziet en weet dat als geen ander. Daarom is Hij zo woest op de duivel en zijn snode werk.

Maar hébben we daar wat aan? Is die huilende, boze Heiland wel een sterke Verlosser?
Gelukkig, het gaat verder. Het is niet het laatste vers van Joh. 11. Jezus wordt laaiend op de dood, die Lazarus te pakken heeft gekregen. En Hij zegt: “Stop met dat gejammer! En waar is dat lichaam?” En daar láát Hij het niet bij. Zoals ds. H. Toorman schrijft (in een dagboekje van tientallen jaren geleden, maar nog altijd actueel en aansprekend): “Jezus vliegt de dood naar de keel”. Weg, aan de kant! Dood, scheer je weg! En Lazarus, mijn vriend, kom, léven, man!
Opstanding
Jezus begon ook te huilen. Net als de anderen. Maar toch totaal anders. Dit is geen machteloze Redder. Integendeel. Hij is de dood de baas, zoals iedereen ziet. Want Hij heeft de zonde weggewerkt, bedekt, zie je. En de duivel is nergens in het duel met deze Redder. En door zijn lijden en sterven, en door zijn eigen opstanding wordt het leven hersteld. Dit leven tijdelijk. En in onze beleving is het onvolkomen, ja. Maar eens wordt om Jezus’ huilen werkelijkheid: “God zal alle tranen van hun ogen afwissen”.
Dat is me wat! Onvoorstelbaar: een leven zonder tranen. Want ook zonder moeite en verdriet. EN zonder zonde, zonder enige onreinheid.
...een brullende leeuw...
Lazarus is wéér gestorven. Alle mensen hier zijn sterfelijk. De duivel sluipt rond als een grimmige, grommende leeuw. De dood grijpt en graait. Maar het laatste woord is aan de Redder. En het leven van de Levensvorst is voor ieder, die aan Hem verbonden is door een echt geloof.
Zalig, gelukkig te prijzen, wie Jezus tot zijn vriend heeft. Hier moet je soms nog huilen. En het leven, de wereld IS soms om te huilen. Maar Jezus is de Vriend, die met je grient. Nee, die voor je, ten bate van je huilt. En die je daarom eens voor eeuwig doet lachen!

Amen.
------------------
Tips voor de liturgie.

Psalmen: 68: 1,7 (bijv. vooraf); 90:4,6
Liedboek voor de kerken: Gez. 288:4,6,8 (bijv. na preek), Gez. 114:1,3; Gez. 90 (!)
Ev. Liedbundel: 413 (Lichtstad met uw gouden poorten) (als slotlied?)
Zingende Gezegend: 217: 1,2,5; 218:2,4 (bij Gods aanwijzingen voor ons leven)